Het continent van nét niet.

1 december 2013 - El Bolsón, Argentinië

Na een week werken bij de hippies, hadden we ons weekendje vrij. Om ons te verdiepen in de geschiedenis en achtergrond van dit land wilden we wel wat weten van de oorspronkelijke inwoners. In de voorafgaan de week hadden we wat mailtjes gestuurd. En wel naar de volgende mensen: ofica de turismo, 2 antropologen van de universiteit van Bariloche, Adrian Moyano (strijder voor indianenrechten en schrijver van meerdere over de cultuur boeken, ook nauw betrokken bij de universiteit) en een zender. De laatste is in de indianencultuur de persoon die contact onderhoud met de buitenwereld. Als we hem contacten kon hij ons meenemen voor een bezoek aan een indianengemeenschap. Een prachtige combi van theorie en praktijk, we hadden dus een behoorlijk cool weekend voor ogen!

Voor we vertrokken alvast wat algemene informatie. Vanuit het noorden tot het zuiden zijn er indianenstammen geweest. Wikipedia vertelt dat het er 35 zijn geweest. In de regio waar wij ons bevinden zit, zoals genoemd, de Mapuches. Voor de anderen: http://en.wikipedia.org/wiki/Indigenous_peoples_in_Argentina. 

Zaterdagmorgen ging Léon, de jongste van de drie broers met zijn bootje richting het dorp en we konden met hem mee. De afstand van de uithoek van Mallin Ahagado tot aan de doorgaande weg richting Bariloche is al gauw 20 kilometer, dus dit was mooi meegenomen. In de auto begon het echte Argentijnse leven ons toe te lachen. Negen uur vertrek (ok., maak daar maar half tien van) en met een heerlijk zonnetje op onze bol daalden we af naar El Bolson. Léon zette wat fijne folklore op de speakers, deed wat ritmische dansbewegingen erbij en vertelde vol trots dat hij een weekendje met een meisje ging zeilen. De zo eindeloos suffe stoffige weg -er is hier geen asfalt- kreeg ineen keer wat speels. Alsof er een slaperige ziel tot leven werd gewekt, alsof Argentinië met hartstocht van Léon meer zichzelf werd. Léon had een flesje wijn mee, kampeerspullen, kooktoestel en hij zou de beste paella maken als ze terugkwamen van het zeilen. Dan zouden ze samen dansen op de muziek aan de waterkant. En vast een gepassioneerde Argentijnse nacht in het tentje tegemoet gaan. Dat laatste vertelde hij niet, maar dat stellen we ons dan zo maar voor. 

Onderweg pikten we nog wat lifters op en voor we het wisten stonden we beneden bij de Routa 40 naar Bariloche. En na een uur stonden we er nog. Noch de hippies, te herkennen aan oude afgeragde auto's uit de jaren 80, noch de 4x4's van de rijke lui stopten om ons 150 kilometer verderop in Bariloche af te zetten. Weet dit, er is ruimte zat langs de weg (3 meter grint) en iets ervoor was een politiecontrole, waardoor de auto's vaart minderen. Maar goed, het schoot allemaal niets op, liften in Europa gaat vlotter. Met deze conclusie rijker maar naar El Bolson om de bus te pakken. In het dorp eerst ff onze achterstand suiker weghappen bij de eerste pastelaria die we tegenkwamen en toen vlot, rond 13 uur in de bus naar Bariloche.

Daar aangekomen naar het hostel waar we twee weken daarvoor ook waren en kijken of er al nieuws was van de Mapuche kenners. En dat was er. Helaas geen goed nieuws. Niemand kon, publicatiedeadlines, weekendje weg of helemaal geen reactie. Een indiaanloos weekend, typisch Argentinië. Dus met wat flessen bier onder de arm naar de rand van het meer Lago Nahuel Huapi. Eindeloos lekker groot en ontspannen wat praten over onze religieuze opvoeding; respectievelijk Evangelisch dan wel Ger. Vrijgemaakt. Opdringerigheid en creativiteitsloze clichés, onze heikele punten van de religieuze culturen. Van het Argentijnse katholicisme hadden we nog niets gezien. Hoog tijd om eens in het vaderland van onze paapse rakker, el papa, señor Franciscus te kijken.

Voor het zover was konden we ons rond een uur of tien melden bij het hostel voor een parilla, een Argentijns vlees feest. Alles op de grill en aanvallen maar! Het leuke van wooffen en weekendjes weg is dat je niet constant in het backpackers bestaan leeft, maar in de weekenden even bij kan praten met andere reizigers. In het hostel spraken we met 2 Nederlanders, wat Duitsers, Britten en Australiërs. Ruben, de baas van het hostel, is een voor regelgeving gevluchte Amerikaan. Voldoende ruimte om ervaringen over dit mysterieuze continent uit te wisselen.

De Nederlanders reisden van Peru naar Argentinië. Ze vertelden ons dat ze in Peru als fysiotherapeut en artsassistente op een school voor doven en kinderen met een handicap werkten. De schoolarts behandelde drie kinderen per dagdeel. Als het betreffende kind er was. Zo niet, dan had de arts een vrij uurtje. En de zo goed opgeleide Nederlanders zaten er dan een beetje bij. Ach ja, waarom werken als je ook niet kan werken?Er was een behandelkamer met goede apparatuur om het gehoor van de kinderen te testen. Helaas was er niemand om het te bedienen. Maar het was er wel!

Deze ervaringen werden met verbazing bekeken. En ook de Boliviaanse bus, die pas vertrekt als hij helemaal vol is (je kan daar, als je te vroeg bent, gerust 10 uur extra op wachten), deed de wenkbrauwen fronzen. Argentinië was absoluut beter georganiseerd, dat zeker. Het was dan ook stukken duurden. Hun conclusie was simpel, doch doeltreffend; Zuid-Amerika is het continent van nét niet. Wat dat betreft zijn onze verkenningen van Zuid-Amerika dan nog eenzijdig. We zien alleen Argentinië, het rijkste deel. 

Toch blijven dezelfde conclusies hangen. De volgende dag, zondagmorgen, nog eenmaal proberen de Zender te contacten. Helaas, geen gehoor. Dan maar weer een dagje aan het meer en op zoek naar een open kerk. Dat laatste schoot niet op.  De verkenningen van de religieuze cultuur van Argentinië, iets waar ik erg graag over wil schrijven, laten nog even op zich wachten. Ook nog even Sinterklaas cadeaus halen en chocola uit Bariloche en dan met de 6 uur bus weer terug.

Het laatste stuk liftend de heuvel op, maar ook onze hopeloze en hulpeloze blikken maakten geen indruk op de Argentijn. Dan maar met de taxi. Voor een tientje (in euro's) 25 kilometer de ongeasfalteerde stoffige wegen van Mallin Ahagado op. Halverwege haalden we de boot van Leon in, dus we konden overstappen. Niet Leon, maar Paula zat achter het stuur. Thuisgekomen hoorden we de volgende morgen van Leon dat de boot nét niet goed gerepareerd was. Hij maakte toch nog water, dus van goed zeilen was het niet gekomen. Volgende keer beter.

Ook ons weekend ontbrak het aan wilde indianenverhalen. We vertelden teleurgesteld dat we geen enkele Mapuche waren tegen gekomen, Noach tag we iets over ze te weten waren gekomen. Wel hadden we ons rijkelijk gelaafd aan de Europese import: zoetigheid, bier en vlees (alles waar het op de charka aan ontbreekt). In het continent van net niet, was een vrolijk gestart weekend voor ons een weekendje van nét niet ontdekken hoe de authentieke Zuid-Amerikaanse vork in de steel zat. En dit was nog maar het begin. De volgende week zouden we ruimschoots ontdekken dat er nog veel meer nét niet georganiseerd is. En bijzonder voor het volgende schrijfsel, de volgende aflevering zal niemand minder dan gastschrijver Jesse Schut een prozaïsche (of pragmatische, wetenschappelijke, poëtische of humoristische (net wat'ie wil)) bijdrage leveren op deze blog.

Foto’s

1 Reactie

  1. Jesse:
    1 januari 2014
    Leuk verhaal! Ben benieuwd naar die gastschrijver