Zum ende der Welt

31 december 2013 - Ushuaia, Argentinië

Zondag 29 december verlaten we Santa Thelma. Onze bus gaat die nacht van Gobernador naar Rio Gallegos. De volgende morgen vertrekt daar een bus naar het einde van de wereld, Ushuaia. Deze laatste bus zit vol toeristen die kennelijk net als wij onze laatste dagen van 2013 op Vuurland wilen verblijven.

Vuurland (Tierra del Fuego in het Spaans) is een eilandengroep aan het puntje van Zuid-Amerika. Daarnaast is het één van de 23 provincies van Argentinië. Het bestaat uit het hoofdeiland van 48.100 km² (ter vergelijking Nederland is 37.354 km² (waarvan ruim 18% water)) en verschillende kleine eilandjes. Vuurland bestaat voor het grootste deel uit dor gras, waar alleen schapen zich mee kunnen voeden.  Wat verhoudingen betreft doet Vuurland zich dus voor als een Argentijns Waddeneiland. Verder is het zuidelijke landschap, als uitloper van de Anders erg ruig met meren, rivieren, gletsjers en ijzige bergen. De rivieren zitten vol met forel, zalm en hier en daar een bever. Op de rotsachtige kliffen hebben pinguïns en zeeleeuwen hun territoria.  

Voor het aantal kilometer duurt de busreis lang. Er zijn twee grensovergangen, een veerboot een bergkam op de 650 kilometer die we passeren. Daarnaast is een groot gedeelte nog een grindweg. Dat alles maakt dat we 13 uur onderweg zijn. Ik lees veel, sukkel her en der in slaap. Het is Nederlands winterweer. Grijs, een graad of 5 met her en der een buitje. Laat in de avond, tegen de klok van 10 naderen we Ushuaia. Daar is het schemerdonker (het is immers zomer in Zuid-Amerika) en de lichtjes van de stad aan het water geven het aanzicht een vriendelijke uitstraling. Ergens is de ervaring dezelfde als de eerste Europeanen met Vuurland moeten hebben gehad. Vuurland heeft haar naam te danken aan Ferdinand Magellaan (1480-1521). Hij was de eerste Europeaan die door de naar hem genoemde zeestraat voer en hij zag vuren op de eilanden branden. Dit waren de vuren van de oorspronkelijke bewoners, de Yahgan, die door de mysterieuze nevels schenen. Ik stel me zo voor dat het wazige oplichten van de vuren op dit eiland de verwachtingen en verlangens van de bemanning van de 16e-eeuwse schepen deed groeien. Wie maakte de vuren? Wat gaat er op dit geheimzinnige eiland schuil achter het doek van mist. Over de Yaghan zouden we de komende dagen een en ander te weten komen.

Na aankomst in het stadscentrum vertrekken we naar ons hostel, boven in de stad. De Irish Pub helpt ons de weg te vinden door dit 60.000 inwoners tellende stadje. Die avond drinken we een biertje in de pub en kruipen rond 01.00 onder de wol. De volgende dag zouden we de stad gaan verkennen.

Dan, een dagje Ushuaia. Het is al 31 december, de laatste dag van het jaar. We maken een wandelingetje door het eigenlijk veel te leuke stadje, kopen wat kaartjes en drinken ons eerste bakje verse koffie sinds november. Wat een zaligheid is dat. Voordat we boodschappen voor oudjaarsavond halen, bezoeken we een poppenmuseum. En dan geen handpoppen of speelgoedpoppen, maar levensgrote poppen die in ongeveer 40 opstellingen de geschiedenis van Vuurland en Ushuaia vertellen. Het interactieve gedeelte van het museum zit ‘m erin dat je tussen de poppen mag staan. Levert een aantal hilarische foto’s op.

 

Vuurland wordt sinds mensenheugenis bewoont door indianen die vanuit Siberië hun weg langs de west-amerikaanse kust hebben gevonden (ja, dat is per voet een flink eind reizen!). Er wordt veronderstelt dat 10.000 jaar geleden de geltsjers wegtrokken en ze een doorgang vonden tot dit eiland. De Europese ontdekking van deze bevolking vindt rond 1500 na Christus plaats. Kaap Hoorn is niet voor niets genoemd naar het dorpje waar de Nederlandse visser Willem Schouten langs trok.

De mensen dragen niets anders dan een huid om hun middel, ze wonen in uitgeholde boomstammen. Niet op het land, nee op het water. Ze ontwikkelen hun ‘huizen’ zo dat ze er een vuurtje kunnen stoken. Dag in dag uit jagen ze op zeeleeuwen en vis. De vrouwen verzamelen bessen en eieren. Voor de nacht hebben ze op het land een huisje van takken. We stellen ons ze voor dat de volgende dag dit proces zich weer herhaalt. Van carriereontwikkeling was er tot 100 jaar geleden op Vuurland niet echt sprake. Darwin beschrijft de gebruiken van dit volk en noemt ze niet voor niets ‘de minst beschaafde menselijke levensvorm op aarde’ toen hij met de Beagle om de kaperen van Zuid-Amerika voer. Het museum brengt ons terug naar onverschrokken tijden, waar overleven de belangrijkste norm was. Ook toont ze ons iets van de Europese inbreng op het land.

 

Een opvallende naam is die van Captain Fitz Roy. Ik zal het hele verhaal niet naschrijven, maar een aanrader is om het volgende verhaal over een tentoongestelde indiaan te lezen:   http://en.wikipedia.org/wiki/Jemmy_Button. Hierin komt de wetenschappelijke cultuur van de britse ontdekkingsreizigers sterk in contrast te staan met de overlevingscultuur van de Yaghan. Vandaag de dag zijn de Yaghan zo goed als uitgestorven. En niet alleen in mensenaantal wordt de overheersing van de Europeanen zichtbaar in Zuid-Amerika, ook in mythologie en natuur zie je dat de indianen hier hun invloed zijn kwijtgeraakt. Zo is de naam van de heilige berg van de Tehuelces (El Chaltèn), met de Europese invasie overigens maar vernoemd naar deze Europese held en heet hij Mount Fitz Roy. De overheersing is tot ver in de samenleving merkbaar.

Dat wordt ook later zichtbaar op Vuurland. Al snel gebruiken de Argentijnen dit eiland om gevangen te huisvesten. Ushuaia was niets anders dan een doorvoerplaats voor Argentijns geboefte. Het eerste deel van de twintigste eeuw werd de stad opgebouwd rond de gevangenis voor zware criminelen. Vluchten was zo goed als onmogelijk. De gevangenen werden te werk gesteld in de houtwinningsindustrie rond de stad. Zij zijn uiteindelijk de kolonisten die de stad ook hebben gebouwd.

In het museum gaat een schat aan informatie voor ons open. Het is teveel om op te noemen, maar de verhalen over al de ontdekkingsreizigers zijn prachtig. Toen we het museum verlieten, haalden we snel nog wat eten en maakten we ons op voor oudjaarsavond.