Spoedcursus Argentijnse geschiedenis

30 oktober 2013 - Buenos Aires, Argentinië


Voor een spoedcursus Argentijnse geschiedenis stonden Jesse en ik woensdagmorgen in een koloniaal gebouw tussen San Telmo en La Boca. Kanonnen verwelkomden ons vriendelijk, net als het busje van de Argentijnse bejaardenvereniging de Zonnebloem; we waren in het Nationaal Historisch Museum.    Het museum glorieerde uitbundig in zijn doelstelling, maar liefst 50 jaar Argentijnse geschiedenis was er tentoongesteld. Niets over Peron, niets over Evita, geen Videla, geen voetbal, alleen die revolutie. San Martin, Rivadavia, Belgrano, het zijn de Willem van Oranje en Michiel de Ruiters van de Argentijnse onafhankelijkheid. Dapper en hooghartig trokken deze mannen op hun paarden door de Argentijnse vlakte ten strijde tegen het Spaanse leger. Het museum hangt er vol mee, deze mannen te paard afgebeeld op metersgrote schilderijen. In 1810 begon het allemaal. Na 6 jaar van gevechten was het eindelijk zo ver. Op een mooie winterdag, 9 juli1816 verkreeg Argentinië haar onafhankelijkheid en was Buenos Aires de nieuwe toegangspoort tot het huidige Latijns-Amerika. 

Voordat de zaken er allemaal zo rooskleurig voorstonden, is er eerst een ander verhaal over dit Buenos Aires. Buenos Aires was namelijk niet de meest succesvolle nederzetting in de nieuwe wereld. Snel na aankomst in 1536 trokken de kolonisten de rivier op, landinwaarts. Daar stichten ze Asuncion, de huidige hoofdstad van Paraguay. De overgebleven mannen waren binnen 5 jaar uit Buenos Aires verdwenen. Het voedselgebrek dwong tot kannibalisme, manschappen werden ziek, het was armoe troef. Je kan je voorstellen dat het leven van de pioniers hier alles behalve prettig was en al snel bleef er, behalve de prachtige naam die ze herinnerde aan een teleurstellend verleden, niets van deze stad over. Hoewel de binnenlandse steden zich uitstekend ontwikkelden, was Buenos Aires 40 jaar niets anders dan een verlaten aanlegsteiger voor smokkelaars, piraten en ander gespuis.

Toch kwam er op een gegeven moment schot in de zaak. Vanaf 1580 vaarde Juan de Garay vanuit Asuncion de rivier af en probeerde weer wat te maken van deze stad aan het de monding van de Rio de la Plata. Binnen 3 jaar legde hij het loodje toen hij in de handen van de plaatselijke bevolking, de Querandi, terecht kwam. De volgende twee eeuwen groeide Buenos Aires langzaam en gestaag en zal ze al die tijd een vergelijkbaar imago als Delfzijl moeten hebben gehad. In de 18e eeuw kwam daar verandering in, vanaf 1775 was het de hoofdstad van het onderkoninkrijk Rio de Plata. Buenos Aires werd ook snel de broedplaats van het verzet tegen de Spaanse hegemonie. Tot aan de dag die je overal in Argentinië terugziet; Pleinen, dorpen, fonteinen, alles refereert naar de dag van de revolutie: 25 mei 1810. En vanaf hier begint de geschiedenis van Argentinië en de tentoonstellingen in het museum.

Een korte indruk van het museum; meer bewakers dan zalen, schilderijen van legers, paarden en vlaktes, gratis toegang, weinig engels, een hele zaal vol pianofortes, nog meer vlaktes op schilderijen met mannen te paard, een schilderij met Afrikanen (ja die zaten hier ook, tot ze in 1910 plotseling waren verdwenen (toen, zo gaat de mythe, hebben de indianen en de afrikanen elkaar in een rechtstreekse oorlog uitgeroeid)), de eerste versie van het volkslied, paarden in zandvlaktes, een replica van een sabel van de zoveelste naar Europa verbannen Argentijn (en die hoeveelheid is me een rijtje, zelfs Peron valt daar nog onder) en constant de vraag: 'wat doen al die bewakers hier?' Een klein museum met informatie over de jaren 1810 tot 1860 wat toch de nationale trots van de Argentijnse geschiedenis in zich draagt. En hoe klein het ook is, het probeerde de trots toch uit te stralen. Door al de bewaking ontstaat het gevoel van dat alles wat daar is ENORM belangrijk is en dat het zelfbewustzijn van Argentinië een bijzonder serieuze aangelegenheid is. En dat is vooral iets wat zwaar op de Argentijnen zelf drukt. Argentijnen zijn trotse mensen, maar kennen tegelijkertijd de wispelturigheid van hun eigen revolutionaire geschiedenis. De combinatie van beiden maakt ze volgens de buurlanden emotioneel instabiel, het land vliegt heen en weer tussen uitersten. In het museum merk je daar niets van, daar zit de Argentijn letterlijk stevig in zijn zadel, vrijgevochten van Europa, heersend over haar ongetemde vlakte. Gelukkig gaan dit soort nationalistische gevoelens aan ons snel voorbij en waren we maar voor een kort moment onder de indruk, we stonden met 75 minuten weer buiten. 

1 Reactie

  1. Sp:
    5 november 2013
    Lekker tempo in die Blogs! Heeft. Jesse dat allemaal vertaald?